Eerst even terug naar het begin: waarom de Omgevingswet?
Rosemarie: ‘'We hebben de Omgevingswet nodig om de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd het hoofd te kunnen bieden. Zo schreven we al in de Memorie van toelichting van de wet dat de energie- en klimaattransitie, waterveiligheid en woningbouw het fysieke domein sterk gaan beïnvloeden. Gaandeweg krijgen we – onder meer met het Klimaatakkoord op zak – ook steeds beter in beeld hoe we daadwerkelijk aan de slag kunnen met de uitwerking van deze en andere opgaven.’'
‘'Wat keer op keer blijkt, is dat je deze opgaven niet vanuit één sector kunt aanpakken. Het probleem zit ‘m immers niet alleen in bouwregels of in mobiliteitsoplossingen. Daarom biedt de Omgevingswet een samenhangend instrumentarium voor de fysieke leefomgeving. Denk hierbij aan de omgevingsvisie en het omgevingsplan van gemeenten. In zo’n plan staan niet alleen regels over een goede ruimtelijke ordening, maar bijvoorbeeld ook regels over het milieu. En er kunnen regels over energie in.’'
‘'Daarnaast stimuleert de Omgevingswet dat verschillende belangen eerst goed worden gewogen. Vervolgens moeten ze op een samenhangende wijze in beleid en besluitvorming terechtkomen. Het Rijk, bestuursorganen, provincies, gemeenten en waterschappen moeten daarvoor op een nieuwe manier samenwerken. En bijvoorbeeld goed inzichtelijk maken wat hun plannen zijn voor de leefomgeving en hoe anderen – waaronder burgers – daaraan kunnen bijdragen.’'
Hebben jullie door de jaren heen gemerkt dat de samenleving om zo’n transparante werkwijze van overheden vraagt?
Heleen: ‘'Nog niet zo lang geleden was het RIVM de enige partij in Nederland die metingen verrichtte naar de luchtkwaliteit. Tegenwoordig lopen we door de achtertuin met eigen meetapparatuur. Op onze smartphones zien we binnen enkele seconden de resultaten. We zijn, kortom, onderdeel geworden van een informatiemaatschappij. Het wordt dus steeds vanzelfsprekender om snel veel informatie te verzamelen over wat zich afspeelt in de leefomgeving. Ik vind dat overheden verplicht die informatie zo toegankelijk mogelijk moeten maken. De samenleving vindt op haar beurt dat ze recht heeft op transparantie – en terecht. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het DSO, is daar een antwoord op.’'
Rosemarie: ‘'Die behoefte aan een “open” overheid heeft te maken met de steeds sterker wordende lokale democratie. Inwoners zijn mondiger. Logisch: ze beschikken over meer informatie dan vroeger, nemen niet zomaar iets aan van een autoriteit. Ze willen invloed uitoefenen op wat er buiten gebeurt en komen dus met initiatieven die hun leefomgeving mooier, schoner of veiliger moeten maken.''
‘Samen’ lijkt een centraal begrip bij de Omgevingswet.
Heleen: ''Het nieuwe instrumentarium van de Omgevingswet moet er inderdaad voor zorgen dat het Rijk, regionale overheden, bedrijven, ngo’s en andere partijen écht gaan samenwerken. In de praktijk gebeurt dat al. Zo was ik onlangs op bezoek bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, een partij die al volgens het gedachtegoed van de Omgevingswet werkt. De dienst houdt zich namelijk niet alleen meer bezig met milieuregels, maar zorgt ook – in opdracht van de gemeente Amsterdam – voor toezicht en handhaving op bouwtaken. Dat zijn geen standaardtaken van een omgevingsdienst, maar de combinatie werkt hier goed. In een gesprek over bodemverontreiniging en woningbouw komt die brede kennis bijvoorbeeld goed van pas.’'
Lukt het alle bij de Omgevingswet betrokken partijen goed om voorbij de grenzen van hun eigen sector te kijken?
Heleen: ''Dat is de afgelopen jaren lang niet altijd makkelijk geweest. Nog steeds niet. Het Rijk en andere overheden werken doorgaans met een eigen bril op. Dan is het soms knap lastig om goed in het vizier te houden wat het beste is voor het grotere geheel. Dit is hartstikke menselijk: de meeste mensen hebben nu eenmaal behoefte aan een omgeving zonder veel veranderingen. En nu vragen we ze om over de muurtjes van de eigen omgeving heen te kijken. Dat is nieuw en anders. Voor veel mensen is dat wennen.''
Rosemarie: ''Dat geldt ook voor de politiek. De wet is niet alleen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er zitten net zo goed energie-, natuur- en milieuregels in. De wet is van ons allemaal en ik zou graag willen dat dit ook zo wordt gevoeld.''
''Gelukkig is het natuurlijk niet zo dat iedereen alleen met z’n eigen toko bezig is. De Nationale Omgevingsvisie, de NOVI, waarin de belangen en prioriteiten van de hele overheid zijn verwerkt, is daar een mooi voorbeeld van.''
Heleen: ''De NOVI is uiteraard slechts een instrument, maar het dwingt wel tot het goede gesprek tussen het Rijk en andere overheden en partijen in de regio. En dat is heel belangrijk.''
Rosemarie: ‘'Neem het verzet van burgers tegen de plaatsing van windmolens. Massale protesten tegen windmolenparken versnellen de besluitvorming niet bepaald. Daarvan is geleerd. De omgeving wordt inmiddels veel intensiever betrokken. Het helpt om het samen te doen met inwoners. We zien op steeds meer fronten beweging.''
Wat vinden jullie moeilijk?
Heleen: 'Ik ben ongeduldig. Hoewel ik steeds meer leer dat veranderen gewoon om een lange adem vraagt, gaat verandering voor mij altijd te langzaam. Ik vind het moeilijk als mensen vasthouden aan het bekende. Zeker omdat ik ervan overtuigd ben dat deze wetsverandering goed is voor Nederland.''
''De uitvoeringspraktijk is erg gemotiveerd. Die zit te springen om inwerkingtreding van de wet, maar moet tegelijkertijd wachten op helderheid vanuit de Kamers. Dat bijt elkaar een beetje. Enerzijds wil ik partijen stimuleren om door te gaan, anderzijds is het nodig dat de Kamers zich eerst over bepaalde dingen uitspreken.''
Rosemarie: ''De minister voor Wonen en Milieu en de bestuurlijke partners schatten in ieder geval in dat het wenselijk en mogelijk is om de Omgevingswet op 1 januari inwerking te laten gaan. Dat hebben ze op 29 november aan het parlement aangegeven. De Eerste en Tweede Kamer hebben een ambitieus behandelschema opgesteld. Als ze dat schema volgen, kan de wet op de geplande datum ingaan.''
Wat zijn volgens jullie de uitdagingen voor 2020?
Rosemarie: ''Vertrouwen tussen overheden, burgers en bedrijven is een belangrijk onderliggend principe van de Omgevingswet. Maar vertrouwen komt te voet en gaat te paard, schreven wij al in de Memorie van toelichting van de Omgevingswet. We moeten dus ook komend jaar met elkaar in gesprek blijven. En zo achterhalen hoe we het beste aan de stelselherziening van het omgevingsrecht kunnen blijven samenwerken.''
Heleen: ''Ook in 2020 is er namelijk nog genoeg te doen. Het wordt een “oefenjaar” waarin alle organisaties ervoor zorgen dat ze klaar zijn voor de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Daarvoor kunnen ze enorm veel hulpmiddelen gebruiken: van staalkaart tot vragenboom en van demo tot kennissessie. En sinds kort staan ook de RIO’s, de Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet, paraat om te helpen.''
Rosemarie: ''Als iedereen er – net zoals afgelopen jaar – zijn schouders onder blijft zetten, gaan wij in ieder geval met vertrouwen het nieuwe jaar in.''