Deze website maakt gebruik van cookies. Lees hier meer hierover. Deze website gebruikt cookies.

RIO's op stoom

Ze weten waar kennis over specifieke onderwerpen van de Omgevingswet is te halen. Kennen de landelijk specialisten en weten wat er omgaat in de regio. Het team van twaalf regionale implementatiecoaches (RIO’s) is aan de slag gegaan.

    Van links naar rechts: Wim van Oekel, Frank van Nijkerken, Corine van den Berg, Leana Vlok, Joyce Theijn, Gijs van Duijn, Andre van Nijkerken, Inge Kure, Sarah Ros, Tom Bischops en Tom Veldhuis  Niet op foto: Henk Ferkranus

     

    Overheden van alle bestuurslagen kunnen in het oefenjaar 2020 bij de RIO’s terecht. Het interbestuurlijk RIO-team bestaat uit medewerkers van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet en de VNG. Vijf vragen aan de coördinator van het team Nanda van Raalte-Pearce.

     


    Nanda van Raalte-Pearce

    Voor wie zijn de RIO’s?

    De RIO’s zijn het eerste aanspreekpunt voor alle overheden. Denk aan programmamanagers Omgevingswet of informatiemanagers van een gemeente, provincie, waterschap of veiligheidsregio. Maar ook wethouders of gemeenteraden kunnen bij de RIO terecht.

    Hoe kan een RIO helpen?

    Verschillende partijen bieden ondersteuning bij de implementatie van de Omgevingswet: de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen, het programma Aan de slag met de Omgevingswet en het Informatiepunt Omgevingswet. Daarnaast is er nu dus ook regionale ondersteuning door de RIO's. Zij houden als aanspreekpunt in de regio contact met de bevoegd gezagen. Bevoegd gezagen kunnen met al hun implementatievraagstukken bij ze terecht. De RIO's denken bijvoorbeeld mee over de te nemen stappen in de voorbereiding op de Omgevingswet, geven toelichting op diensten en producten, wettelijke verplichtingen zoals de minimale eisen, weten welke ondersteuning beschikbaar is voor welk vraagstuk en waar deze te vinden. De RIO heeft behalve veel kennis ook korte lijntjes met de expertise binnen de koepelorganisaties. De insteek van deze regionale werkwijze is interbestuurlijk, dus gericht op gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk en bij voorkeur op meerdere overheidslagen tegelijkertijd.

    Waarom werkt de RIO interbestuurlijk?

    Omdat werken als één overheid belangrijk is bij de Omgevingswet. Het idee is dat de RIO stimuleert dat mensen van verschillende organisaties bij elkaar gaan zitten, bijvoorbeeld om samen te werken aan het proces voor complexe vergunningen, of aan het op elkaar afstemmen van de regels voor eenvoudige aanvragen. Daarom richt de RIO zich niet op individuele overheidsorganisaties, maar op samenwerkingsverbanden in de regio’s.

    De één is daar veel verder mee dan de ander, hoe ga je daar mee om?

    De RIO legt verbindingen. Hij/zij weet wie in de regio waar mee bezig is en kan mensen en organisaties aan elkaar koppelen. Bijvoorbeeld als de ene gemeente ver is met toepasbare regels en de andere met de Bruidsschat. Zo kan de RIO stimuleren dat in de regio ervaring en kennis wordt gedeeld en men elkaar helpt.

    Waar te beginnen als organisatie?

    Het is belangrijk om een goed stappenplan te maken. En daarbij het werk zo te faseren dat je organisatie op tijd klaar is voor de taken die je als bevoegd gezag wettelijk gedaan moet hebben per 1 januari 2021. Hulpmiddelen hiervoor zijn bijvoorbeeld de roadmaps, de minimumlijst en de ondersteunende instrumenten die toegelicht worden via bijeenkomsten als de Slagsessies. De RIO weet welke instrumenten beschikbaar zijn en kan bevoegde gezagen verder op weg helpen.

    Meer informatie

     

    Topcongres Omgevingswet: nu doorpakken

    Op 6 maart ontmoetten ruim 200 topambtenaren elkaar op het Topcongres Omgevingswet in Utrecht. Om inzichten op te doen over hoe de Omgevingswet te gebruiken bij het realiseren van maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie. Over hoe de wet kan helpen om de verhouding tussen overheid en burger te verbeteren. Over hoe de lokale democratie te versterken en het mogelijk te maken dat iedereen mee kan doen. En om concrete handvatten te krijgen, ervaringen en worstelingen uit te wisselen, te discussiëren en te inspireren. Over één ding lijkt men het eens: we moeten nu doorpakken.

    Topcongres Omgevingswet from Kris Kras context content design on Vimeo.

    Kampioenswedstrijd

    Maarten Schurink, secretaris-generaal bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, opende het congres. Hij vergeleek de invoering van de Omgevingswet met de aanloop naar de kampioenswedstrijd van het voetbalteam van zijn zoon: “Gespannen kijken ze uit naar de datum van de kampioenswedstrijd. En ze weten, die wedstrijd gaat gespeeld worden. Het is een beetje dezelfde spanning die ik voel richting 1 januari. Bij voetbal kan je nog gered worden door het weer, maar wij niet. Er zijn nog tien maanden te gaan en in die tijd moet er nog het nodige gebeuren. Aansluiten op het DSO en het digitaal regelen van de vergunningprocedure hebben de hoogste prioriteit. Met iets meer tijd toewerken naar de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. En misschien nog wel de grootste opgave: een organisatie die anders gaat werken en denken. Dat kan als een drempel voelen. Alsof je uit die kleedkamer stapt en denkt: nee, dit gaan we niet winnen! Maar nu de Eerste Kamer akkoord is gegaan met de Invoeringswet staat er één ding vast: we zullen er met zijn allen voor moeten gaan.”

    Versterken van lokale democratie

    De Omgevingswet biedt kansen om de lokale democratie te versterken. Schurink noemde een paar voorbeelden en ging met vertegenwoordigers van deze gemeenten in gesprek. Bijvoorbeeld de uitgebreide recreatieve faciliteiten in het spoorpark in Tilburg, het versterken van de dijk in Durgerdam en het door bewoners laten kiezen van de meest geschikte woningbouwlocatie in Heino met een digitale tool. “Betrek inwoners, bedrijven en organisaties bij de dingen die hen raken. Laat ze vroegtijdig meedenken en biedt ruimte om met ideeën te komen. Je krijgt dan een heel ander type dialoog met mensen. Betrokkenheid vooraf in plaats van bezwaren achteraf. Tegelijkertijd zijn we natuurlijk wel eindverantwoordelijk. Het algemeen belang is aan ons toevertrouwd.”

    Voor alle burgers in Nederland

    De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, riep de aanwezigen op om als overheid ook te bewegen en te veranderen: “Iedereen moet mee kunnen doen. De overheid moet hier een actieve rol in vervullen. Vraag mensen wat ze nodig hebben om mee te kunnen doen. En vraag door. Mensen willen serieus genomen worden. Ze moeten het gevoel hebben dat ze erbij horen, dat ze geïnformeerd zijn. Het gaat niet om het gelijk krijgen maar dat je je gehoord voelt. Als bijv. de buurman verantwoordelijk is voor een participatietraject over zijn bouwplan, maar niets organiseert? Nemen we als overheid dan nog enige regie of laten we volledig los? Hoe gaan we dat doen en wanneer? We kunnen niet wachten tot er iets fout gaat en zeggen dat we er niet over gaan. Burgers willen deskundigheid, een luisterend oor, en moeten kunnen aankloppen als er regie en deskundigheid nodig is als ze vastlopen.”

    Van Zutphen benadrukte dat naast informeren de toegankelijkheid van informatie essentieel is: “Je moet zorgen dat op een eenvoudige manier mensen worden bereikt. We hebben 2,5 miljoen mensen in Nederland die moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen. Zorg dat ook zij begrijpelijke informatie krijgen. Ook in het Omgevingsloket. Een eyeopener voor mij was een project in Gelderland rondom de energietransitie. Om mensen in een wijk te betrekken bij duurzamer energiegebruik werden jongere buurtbewoners gevraagd om langs te gaan bij wijkgenoten en hen te vragen wat ze dachten te kunnen doen om hun energieverbruik te verminderen. Dit was makkelijker gezegd dan gedaan. We moeten ook de juiste taal spreken om met iedereen in gesprek te gaan. Want wat is bijvoorbeeld een tochtstrip in het Turks?”

    Op naar 2021

    De gemeente ’s-Hertogenbosch is een van de voorbeelden in het land die hard bezig zijn met de voorbereidingen op de Omgevingswet. Majola Boogmans, directielid Stadsontwikkeling gemeente ’s-Hertogenbosch, merkt dat de intensiviteit binnen de organisatie het laatste jaar flink is toegenomen: “Op 1 januari 2021 willen we onze inwoners minimaal hetzelfde niveau van dienstverlening bieden als nu. Liefst nog beter. We oefenen daarom heel veel met toepasbare regels want we moeten dingen anders gaan opschrijven. Iedere jurist kan 2 voor 12 een wet invoeren. Dat is een kwestie van bloed, zweet en tranen. Maar de Omgevingswet is iets anders. Die vraagt echt om een andere houding en gedrag. Voor het digitaal stelsel gaat het er dan vooral om dat juristen dingen anders gaan opschrijven. Dat mensen op B1-niveau, op z’n minst, kunnen begrijpen wat er staat. En dat is een hele uitdaging. Wij hebben bijvoorbeeld een vragenboom gemaakt voor de kapvergunning. En die is lang, heel lang. Waarom? Omdat elke jurist ieder detail wil opnemen zodat het niet voor meerdere uitleg vatbaar is. Door hier veel mee te oefenen ervaren de mensen op de werkvloer wat het is om juridische regels zodanig op te schrijven dat ze in het digitale stelsel ontsloten kunnen worden. Daarmee zijn we dus intensief bezig met het veranderen van de mindset. En dat doen we over de hele breedte van de organisatie.”

    Prioriteren

    Heleen Groot, directeur interbestuurlijk programma Aan de slag met de Omgevingswet, vult aan met wat de komende tien maanden echt belangrijk is om te doen: “Een belangrijk onderdeel dit jaar is het aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Aansluiten is minimaal nodig om uw vergunningverlening door te kunnen laten gaan, dus het kunnen indienen, behandelen en afgeven van een vergunning. Aansluiten is mogelijk en gebeurt ook. Bepaal daarbij ook uw strategie voor dienstverlening aan de initiatiefnemers. Wilt u dat er zoveel mogelijk via het digitale loket verloopt? Vul het dan met uw eigen informatie zoals vragenbomen. Ook belangrijk: oefen met de mogelijkheden van het digitale stelsel en uw eigen lokale applicaties. Dit kan al sinds een paar maanden. Bij de planketen ligt het moeilijker. Daarvoor is helaas minder tijd dan beoogd. En hier hebben uw eigen softwareleveranciers ook nog een slag te maken; die zijn immers ook afhankelijk van ons. De tijd om daarmee te oefenen wordt krap. Maar mijn oproep aan u is: ga daar niet op wachten! Kijk vooral ook naar wat er wel kan en wacht niet totdat alles kan.”

    Ondersteuning

    Groot benadrukt dat er veel ondersteuning beschikbaar is vanuit de koepels en het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Zo zijn er de Regionaal Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s), het Informatiepunt Omgevingswet, er zijn spellen om mee te oefenen, materiaal om zelf demo’s te geven, een train-de-trainer-programma, praktijkvoorbeelden, schrijfwijzers voor het B1-taalniveau en kennisbijeenkomsten. Op de websites van het programma en de koepels staat veel informatie, waaronder de interbestuurlijke lijst met de minimale criteria. Groot: “Maak gebruik van wat er is, zoek ons op en uw collega’s. Als we er samen de schouders onder zetten is de invoeringsdatum van 1 januari haalbaar. Het hoeft niet af om er klaar voor te zijn!”

    Energietransitie

    Olof van der Gaag, directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), sloot de dag af met een inkijkje in de stand van zaken rondom de energietransitie en hoe de Omgevingswet hier een rol in speelt: “In de Omgevingswet zitten tal van instrumenten die ons kunnen helpen allerlei ontwikkelingen mogelijk te maken. Waaronder duurzame energie. Nederland heeft heel erg lang gewacht met duurzame energie en nu moeten we in de versnelling komen. Het goede is dat je dit ook op heel veel plekken ziet gebeuren met allerlei initiatieven zoals het maken van eigen stroom, het aanleggen van eigen warmtenetten, etc. Al die projecten moeten een plek krijgen in onze omgeving en daar komt die Omgevingswet heel erg in van pas. Bijvoorbeeld om te zorgen dat we netjes omgaan met de mensen in de buurt van zo’n project en ze goed betrekken. En dat er meer ruimte komt voor eigen initiatief waarmee maatschappelijke behoeften mogelijk gemaakt kunnen worden en hier ook ruimte voor is in Omgevingsvisies en Omgevingsplannen”.

    Veel aspecten

    Naast het plenaire deel van het congres konden de deelnemers in deelsessies verder aan de slag met verschillende aspecten van de Omgevingswet. Sprekers vanuit onder meer de overheid, ketenpartners, bedrijfsleven én ook millennials gaven sessies over leiderschap, verandering en vernieuwing, interbestuurlijke samenwerking, participatie, lessons learned, het Omgevingsloket en nog veel meer. De presentaties kunt u bekijken op de website.

    Van bruidsschat naar lokaal maatwerk

    Bij de invoering van de Omgevingswet komt een set rijksregels automatisch terecht in het omgevingsplan van gemeenten en de waterschapsverordening van waterschappen. Het is vervolgens aan de lokale overheden om deze overgedragen regels – de bruidsschat – om te zetten in regels die optimaal passen bij een bepaald gebied. Nicole Fikke, projectleider bij Eenvoudig Beter, legt uit hoe dat precies in zijn werk gaat.



    Nicole Fikke

    De bruidsschat: van rijksregels naar passende lokale regels

    Een deel van de huidige rijksregels leent zich eigenlijk niet zo goed voor het landelijk regelen van verschillende situaties. Dat komt omdat vooral omdat de lokale situatie bepaalt of een regel passend is voor een specifiek gebied.

    Om toch landelijk rekening te houden met die verschillende lokale situaties zijn sommige rijksregels vaak heel algemeen opgesteld. Of ze zijn heel uitgebreid en bevatten allerlei uitzonderingen.

    Denk hierbij aan regels over wanneer de verlichting bij een sportveld uit moet. Erg handig is dat niet, want sommige velden liggen zo afgelegen dat het weinig uitmaakt dat het licht daar een uur langer aan is. Andere velden liggen juist dicht bij een woonwijk. Daar is het vanwege lichthinder wél belangrijk dat het licht niet te lang aan staat. Of denk aan geluidregels. In een horecagebied wil je een ander geluidniveau dan in een rustige woonwijk. Om hier rekening mee te houden bevatten de huidige rijksregels maar liefst acht pagina’s geluidregels.

    En zo zijn er nog meer rijksregels die lokaal veel concreter worden geregeld passend bij de locatie. Daarom komen deze regels onder de Omgevingswet niet meer terug als rijksregels.

    Uiteraard geeft het Rijk, als waarborg voor het beschermingsniveau van de leefomgeving, waar nodig wel heldere kaders mee voor de lokale regels voor geluid, geur en trillingen. Ook provincies doen dat. Dat gebeurt in beide gevallen via instructieregels. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de grenswaarde voor de ‘binnenwaarde’ voor geluid: een maximum dat niet overschreden mag worden.

    De bruidsschat: voor een goede overgang

    Gemeenten en waterschappen kunnen met de bruidsschat passende lokale regels maken. Maar die regels zijn er natuurlijk niet meteen op het moment dat de Omgevingswet ingaat. Gemeenten hebben immers tot 2029 om een nieuw omgevingsplan te maken. En waterschappen hebben tot 2023 de tijd om hun nieuwe waterschapsverordening af te ronden.

    Om te voorkomen dat rijksregels bij inwerkintreding van de Omgevingswet komen te vervallen voordat de lokale regels er zijn, zorgt de bruidsschat voor een goede overgang naar het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht. Gemeenten en waterschappen kunnen bruidsschatregels direct schrappen of aanpassen. Ze kunnen er ook voor kiezen om sommige regels ongewijzigd te laten. Maar vaak kan een bruidsschatregel veel beter op een locatie worden toegespitst. Overheden kunnen zo’n regel meteen omzetten. Voor gemeenten ligt het echter meer voor de hand dat ze dat stapsgewijs aanpakken: per locatie en in samenhang met andere regels die voor die locatie in het nieuwe omgevingsplan terecht moeten komen.

    De echte schat: ruimte voor het stellen van betere regels

    Zolang gemeenten en waterschappen maar voldoen aan de instructieregels van het Rijk en provincies, kunnen ze de bruidsschat naar eigen inzicht aanpassen.

    Zo kunnen ze regels schrappen als bijvoorbeeld blijkt dat er al een zorgplicht geldt die ervoor zorgt dat een organisator van een festival geen afval in het oppervlaktewater loost en de bruidsschatregel dus overbodig is.

    Of ze kunnen een regel vervangen door een regel die precies past bij een locatie. Bijvoorbeeld door aan te geven of huishoudelijk afvalwater wel of niet geloosd mag worden op de bodem en met welke voorziening dat moet gebeuren. Of door de precieze opstelplaats van de brandweer aan te wijzen.

    Ook is het mogelijk om regels meer aan te laten aansluiten op andere lokale regels. Bijvoorbeeld door in het omgevingsplan regels over het aanleggen van duurzame bodemenergiesystemen te stellen die ook rekening houden met andere zaken die aanwezig zijn in de ondergrond, zoals kabels en leidingen. Bij de totstandkoming van die regels in het omgevingsplan krijgt iedereen inspraak. Daarnaast is hierdoor op voorhand duidelijk wat er mag op een plek.

    De echte schat van de bruidsschat is dus dat het gemeenten en waterschappen veel betere, op maat gesneden regels kunnen stellen. En hierdoor de leefomgeving zo goed mogelijk kunnen beschermen en benutten.

     En provincies dan?

    Provincies hebben hun omgevingsverordening af als de Omgevingswet inwerking treedt. Zij hebben dus geen bruidsschat nodig.

     

     

    Integrale Adviescommissie brengt slotadvies uit

    ‘Door de Omgevingswet is het omgevingsrecht nu op orde, houd het ook zo.’ Dat is een van de oproepen die de Integrale Adviescommissie Omgevingswet doet in haar slotadvies over de stelselwijziging van het omgevingsrecht. Minister Van Veldhoven besprak het slotadvies afgelopen januari met de commissieleden en bedankte hen voor hun inzet. 

    De Integrale Adviescommissie Omgevingswet bestaat uit leden met een achtergrond in het openbaar bestuur, de wetenschap en het bedrijfsleven. Zij adviseerden het kabinet sinds 2016 over de wetgevingsproducten van het invoeringsspoor en de aanvullingssporen. De adviezen leverden een belangrijke bijdrage aan de wetgevingsproducten.

    Op 18 november 2019 bracht de commissie een integraal slotadvies, Recht doen aan de Omgeving(swet), uit over het stelsel als geheel. Hierin concludeert de commissie dat het juridische bouwwerk van de Omgevingswet stevig in elkaar zit. Ook is het nieuwe stelsel inzichtelijker en gebruiksvriendelijker voor de gebruiker van het recht dan de huidige lappendeken van omgevingsregels in ongeveer honderd wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen.

    De commissie vindt het daarnaast belangrijk dat iedereen straks met de Omgevingswet kan werken én ziet welke mogelijkheden de nieuwe regelgeving biedt. De oproep aan iedereen is dan ook: zorg dat je goed voorbereid aan de start verschijnt. Verder vraagt ze aandacht voor de ‘bestuurscultuur’ in het fysieke domein. Zo is het belangrijk om echt integraal te werken en richtinggevende keuzes te maken. De omgevingsvisie kan hierbij helpen. De commissie adviseert tot slot om de doelen van de wet in het achterhoofd te blijven houden bij de evaluatie van de wet en het opnemen van nieuw beleid in het stelsel. Haar oproep hierbij: het omgevingsrecht is nu op orde, houd het ook zo.


    Hoogleraar Bouwrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en jurist gebiedsontwikkeling bij het Instituut voor Bouwrecht
    Arjan Bregman

    ‘We hebben als commissie goed bekeken of de regels ook in de praktijk gaan werken. Ik deed dat vanuit mijn kennis over gebiedsontwikkeling. Het mooie aan de Omgevingswet is de integratie van wetgeving en de concentratie van regelgeving. Burgers denken nu eenmaal niet vanuit sectorale regelgeving, die zijn erg gebaat bij één wet. Het ingewikkelde is echter dat de integratie en concentratie niet simpel zijn. De fysieke leefomgeving is nu eenmaal heel complex. We kunnen sommige dingen niet makkelijker maken. We kunnen bijvoorbeeld niet opeens zeggen: de geluidsnorm negeren we hier even. Ik vind het heel positief dat de Omgevingswet lokaal maatwerk mogelijk maakt. Dat gemeenten verantwoordelijk worden voor de kwaliteit van de leefomgeving is goed, want de gemeente staat het dichtst bij de burger. Er moet wel gezorgd worden dat er adequate begeleiding is voor de mensen die de nieuwe plannen en regels maken. Want één ding is zeker: er zullen vragen komen van gemeenten. Zij moeten die vragen kunnen stellen aan experts. Wij willen als Instituut voor Bouwrecht ook zeker een rol spelen in de kennisoverdracht, onder andere door middel van onderwijs en publicaties.'


    Senior juridisch adviseur bij VNO-NCW/MKB-Nederland en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Oost-Brabant
    Jan van den Broek

    ‘Ik zat in de commissie vanuit het bedrijfsleven. Daarnaast heb ik in 2012 een proefschrift geschreven over hoe het omgevingsrecht wetenschappelijk verantwoord gebundeld kan worden. Ik heb dus ook vanuit de wetssystematiek naar de Omgevingswet gekeken. Er is een robuust stelstel gemaakt. Ik zeg weleens: dit is het beste wat ze bij het ministerie hadden kunnen doen. De praktijk zal hier veel plezier aan beleven. Ik vind het ook heel goed dat duurzame ontwikkeling zo nadrukkelijk aanwezig is in de Omgevingswet. Werken volgens de Omgevingswet zal even wennen zijn voor de mensen die hier dagelijks mee bezig zijn, maar het wordt uiteindelijk compacter, eenvoudiger en beter. Het is echt een verademing. Maar het is wel belangrijk om je er goed op voor te bereiden. Lees de wet, bekijk wat voor jou van belang is. En ga er dan ook gelijk mee aan de slag. Laat je niet bang maken door negatieve berichtgeving, want het is niet ingewikkeld. Dit is een heel goed product, beoordeeld door een commissie uit de praktijk. We hebben goede discussies gevoerd over punten die uit de praktijk gebleken zijn. Mooi om te zien dat een aantal van deze punten echt zijn meegenomen in de wet.’


    Raadgevend adviseur Vergunningen bij Heijmans
    Leendert de Bruin

    ‘De Omgevingswet is omvangrijk, maar juridisch gezien goed opgezet. Die eerste “hobbel” is genomen. Het is nu belangrijk om iedereen te stimuleren met de wet aan de slag te gaan, zoals in ons slotadvies staat. Dat vraagt ook om bestuurlijk lef. Durf en schiet niet meteen in de verkramping als iets niet helemaal gaat zoals gewenst. Blijf uitleggen en motiveren waarom je een besluit neemt. En onthoud: je kunt het niet iedereen naar de zin maken. Geef de Omgevingswet de tijd en kansen. Laat mensen aan de wet en het idee erachter wennen. Uiteindelijk zal het zijn weg vinden. De nieuwe generatie wordt straks opgevoed met deze wet. Voor het bedrijfsleven is het belangrijk om alvast met de wet te gaan oefenen. Probeer dingen uit en leer van elkaar. Ik werk zelf bij een aannemer en ik zie dat mensen in mijn omgeving de komst van de Omgevingswet spannend vinden. Het leeft heel erg, bijvoorbeeld in de vorm van pilots die op de markt komen. Als we de instrumenten van de Omgevingswet gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, is de Omgevingswet niet alleen juridisch maar ook maatschappelijk gezien een verbetering.’           


    Plaatsvervangend directeur DCMR Milieudienst Rijnmond
    Maarten de Hoog

    ‘Het was een bijzonder proces. Het meest bijzonder vind ik dat de commissie bestond uit een divers gezelschap. We waren het op veel punten niet eens, maar vonden elkaar ook in veel punten. Ik ben trots dat we ondanks onze verschillende achtergronden en belangen toch overeenstemming hebben kunnen bereiken. Het adviesrapport laat echt zien waar we als diverse groep voor staan. De Omgevingswet zit juridisch goed in elkaar. Er zijn natuurlijk wel risico’s en lastige punten, maar die lossen we niet op door er nog langer over na te denken. We moeten gewoon beginnen en klaar staan voor aanpassingen als er iets niet goed gaat. Wat ik nog wel een verbeterpunt vind: hoewel de wetgeving veel integraler is geworden, is de uitvoering nog heel erg versnipperd. Kunnen we dat in de toekomst niet meer bundelen? Wij zijn ons als Omgevingsdiensten volop op de Omgevingswet aan het voorbereiden. We zorgen ervoor dat alle medewerkers de principes van de wet kennen en ermee kunnen werken. Dat vereist een enorm verandertraject, maar we moeten technisch klaar staan op 1 januari. Daarnaast moeten we de achterliggende gedachte ‘ja, mits’ in onze vingers krijgen. We zullen breder advies moeten geven aan gemeenten. Dat wordt learning by doing, samen met de gemeenten. Die tijd is er gelukkig ook.’

    Veranderen, hoe doen zij dat?

    Benieuwd wat de komst van de Omgevingswet betekent voor de verantwoordelijk directeuren-generaal en directeuren bij het Rijk? En hoe zij aankijken tegen bijbehorende veranderingen? Vier prominenten van verschillende departementen en uitvoeringsorganisaties doen daar een boekje over open. Lees en laat je inspireren.

    Erik Jan van Kempen

    programma-directeur-generaal Omgevingswet bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

     

    'Verkokering? Die ontkennen wij!'

      "Gemeenten hebben korte lijntjes met hun inwoners. Logisch dat zij meer beleidsvrijheid krijgen in de Omgevingswet. Maar het is niet zo dat het Rijk zich helemaal terugtrekt. We blijven meehelpen, onze opvattingen ter tafel brengen. Het verschil is dat het Rijk niet meer per se voorzitter is van het overleg. Het gebeurt naar mijn mening nu nog te vaak dat provincies en gemeenten hun claims indienen bij het Rijk, dat deze vervolgens wel of niet honoreert, waarna de kous af is. Dat noem ik geen samenwerken."

      Lees hier het hele interview

      Barto Piersma

      directeur Nationale Programma’s bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

       

      ‘Laten we die muur samen slopen’

      “Je gaat erover of niet. Dat was jarenlang het devies van veel overheidspartijen. Zonde, want we kunnen inwoners beter helpen als we samenwerken. Met ‘we’ bedoel ik de ministeries en hun uitvoeringsorganisaties, zoals RVO, maar ook provincies, waterschappen en gemeenten. De komst van de Omgevingswet dwingt overheden tot nadenken over samenwerking. En vraagt van hen dat zij zich verdiepen in de mensen voor wie ze het doen.”

      Lees hier het hele interview

      Michèle Blom

      directeur-generaal Rijkswaterstaat

       

      ‘Stug volhouden, daar komt het op neer’

      “Het geven van vertrouwen over en weer is niet altijd makkelijk; het komt te voet en gaat te paard. Van een systeem dat is ingericht op controle en sectorale belangen, gaan we naar een systeem dat uitgaat van het algemeen belang. Dat is een gigantische verandering. De enige manier waarop vertrouwen ontstaat, is laten zien dat je bereid bent om je eigen belangen als het echt nodig is ondergeschikt te maken aan het algemeen belang. Daar is geen toverstafje voor. Ik draag actief uit dat ik er vertrouwen in heb. Door me ernaar te gedragen in overleggen, erop te sturen, collega’s erop aan te spreken en hen aan te moedigen.”

      Lees hier het hele interview

      Jan Hendrik Dronkers

      directeur-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

       

      ‘Veel praten en nog meer luisteren’

      “Bij Infrastructuur en Waterstaat vonden we het ‘vertrek’ van de Omgevingswet best moeilijk. Er ging een wezenlijk onderdeel van ons departement naar Binnenlandse Zaken. Toen waren we participant en trekker, nu zijn we alleen nog participant. Maar die rol proberen we met verve te vervullen. Onze inhoudelijke relatie met de wet blijft erg sterk. De Omgevingswet vraagt ons overheden gebiedsgericht te kijken. Dat betekent integraal denken en handelen.''

       

      Lees hier het hele interview

      Wetgevingsjuristen en Omgevingswet

      Juristen staan aan de wieg van de Omgevingswet en de invoering ervan, maar bewegen zich toch vooral achter de schermen. Wat betekent de wet voor hun ministeries en medewerkers? Hoe bereiden zij zich voor en hoe inspireren ze elkaar? De juridische directies van de ministeries die (gaan) werken met de Omgevingswet vonden de samenwerking al via het Interdepartementaal Juridisch Dwarsverband Omgevingswet. Hier is hun kant van het verhaal. 

      Ankie Meijer

      directeur Bestuurlijke en Juridische Zaken bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

       

      'Weg met die Haagse kaasstolp'

       

      “In september 2010 nam het Kabinet-Rutte I de Omgevingswet op in het regeerakkoord. Perfect getimed; VROM en VenW gingen samen in IenM. Alle, voor de Omgevingswet relevante, rechtsgebieden kwamen bij elkaar; luchtkwaliteit, geluid, waterkwaliteit en veiligheid, ruimtelijke ordening en milieu. De komst van de Omgevingswet stemt me positief. Ze maakt bescherming van het milieu manifester dan nu. Van overheden wordt verwacht dat ze in hun omgevingsvisies en -plannen vanaf het begin rekening houden met het milieu. En aandacht schenken aan issues als klimaatadaptie. De wet is een antwoord op de behoefte om vraagstukken in de leefomgeving samenhangend te benaderen. Dat het kabinet ons ruimte gaf om een totaal nieuwe wet te ontwerpen, vond ik bijzonder.”

      Lees hier het hele interview

      Wouter Peters

      hoofd afdeling Wonen en Rijksdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

       

      Van scepsis naar samenwerking

       

      “Mijn afdeling werkt aan twee onderwerpen die opgaan in de Omgevingswet: ruimtelijke ordening en bouwregelgeving. In het begin waren de doelen van de wet heel abstract. Daardoor was het moeilijk te duiden wat de wet voor ons aan veranderingen zou brengen. Maar inmiddels zijn we concreet bezig met de regelgeving die in 2021 van kracht wordt en raken we ermee vertrouwd. Een deel van onze wet- en regelgeving gaat relatief beleidsneutraal op in het nieuwe stelsel. Er zijn echter ook nieuwe beleidsvoornemens die een plek moeten krijgen in het nieuwe stelsel. Zo zijn we op dit moment bijvoorbeeld bezig met de wet- en regelgeving rondom het klimaatakkoord.”

       

      Lees hier het hele interview met Wouter

      Dorothe Albers

      directie van Wetgeving en Juridische zaken bij het ministerie van OCW

       

      'Vorm teams van uitvoering, beleid én wetgevingsjuristen'

       

      "De samenwerking met RCE gaat fantastisch. Eén keer in de twee maanden overleggen we met elkaar – de jurist van RCE, het lid van het ondersteuningsteam, de wetgevingsjurist en ik. We bespreken wat er loopt, wat er op ons afkomt, de invoeringswet, de invoeringsregeling, dat soort zaken. Zo weten we van elkaar wat eraan gaat komen. Eventueel denk ik ook mee met ondersteuningsteamstukken. Ja, we zorgen dat we elkaar goed op de hoogte houden. Toen ik als Programmamanager verantwoordelijk was voor het Activiteitenbesluit, was ik al groot voorstander van teams waarin zowel uitvoering, beleid als wetgevingsjuristen zitten. Ik denk dat dat een gouden combinatie is. Dat zou ik iedereen aanraden. Zorg dat je met beleid en uitvoering goed contact hebt, omdat je dan maximaal de belangen van de departementen kunt vertegenwoordigen. Dit doe ik nu bij OCW. Het gaat bij ons vrij makkelijk, omdat wij een relatief klein onderdeel zijn binnen de Omgevingswet. Bij Milieu spelen meer aspecten een rol en is dat anders. Hoe dan ook: hoe meer je op elkaar ingespeeld bent, hoe beter dat gaat."

       

      Lees hier het hele interview

      Gluren bij de buren

      Een Integraal Ruimtelijk Programma dat met en dankzij dorpsbewoners tot stand is gekomen en 'dromen' die zijn opgehaald bij bewoners. Er wordt al volop gewerkt volgens de gedachte van de Omgevingswet. Lees hieronder drie praktijkverhalen. 

      Integraal Ruimtelijk Programma Durgerdam herstelde vertrouwen in overheid

      De dijk die de monumentale huizen van Durgerdam beschermt tegen het water, werd in 2006 en 2011 onveilig bevonden. De afgelopen jaren werden oplossingen verkend, maar deze stuitten in 2016/2017 op weerstand bij de omwonenden. Met hulp van onafhankelijk participatieleider Tom den Boer, wist Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) samen met de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam een participatietraject op te zetten. Het resultaat: een Integraal Ruimtelijk Programma voor Durgerdam, dat met en dankzij de bewoners van het dorp tot stand is gekomen. Tom den Boer en Linda van Oostrum van HHNK vertellen over het proces tussen 2017 en 2019.

      Lees hier hun verhaal

      In Dongen en Oosterhout blijft het niet bij dromen

      Oscar van Rijn is beleidsadviseur landschapsinrichting bij de gemeente Dongen. Toen de voorgenomen verplaatsing van de provinciale weg N629 tussen Dongen en Oosterhout ook vroeg om een kwaliteitsimpuls voor het buitengebied, dacht hij: dat gaan we anders doen. Samen met kwartiermaker Omgevingswet Irma Dekker blikt hij terug en vooruit.

      Lees hier meer

      Digitaal bestemmingsplan Rijssen-Holten: tijdwinst en flexibiliteit voor burgers én ambtenaren

      Al in 2012 ontstond in de gemeente Rijssen-Holten het voornemen om een ontwikkelgericht bestemmingsplan te maken voor het buitengebied. Dankzij de mogelijkheden van de Crisis- en herstelwet kwam het plan in een stroomversnelling en zo ontstond een digitaal bestemmingsplan met brede reikwijdte dat momenteel, tot 17 december, ter inzage ligt. 

      Lees hier het verhaal van Nicky Luttikhuis 

       

      Terugblik

      Drukbezochte Slagsessies luiden implementatiejaar in

      De Omgevingswet gaat op 1 januari 2021 in werking. Dat betekent dat overheden nog maar 10 maanden hebben om zich hierop voor te bereiden. Maar hoe kunt u deze tijd het beste besteden? Tijdens de drukbezochte slagsessies in januari en februari in Utrecht, Zwolle, Den Haag en Den Bosch gingen de deelnemers samen op zoek naar het antwoord op deze belangrijke vraag.
      Lees hier het verslag

      Eerste Kamer stemt in met Invoeringswet Omgevingswet

      De Eerste Kamer heeft dinsdag 11 februari 2020 ingestemd met de Invoeringswet Omgevingswet. Deze wet bundelt en vereenvoudigt de regels voor ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving en versnelt besluiten over projecten. Regelgeving wordt hierdoor eenvoudiger en biedt ruimte voor lokaal maatwerk. Het uitgangspunt van de wet is een goede balans tussen het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving.

      Minister Stientje van Veldhoven (Milieu en Wonen): “Ik ben blij met steun in de Eerste Kamer. Wij hebben een scherp en constructief debat gevoerd over participatie, rechtsbescherming en een zorgvuldige invoering.”

      Lees hier het hele artikel

      Nieuwe webcolleges: kerninstrumenten

      Katja Stribos, strategisch adviseur Omgevingswet bij de VNG, schetst de samenhang tussen de kerninstrumenten van de verschillende overheidslagen onder de Omgevingswet. Dit doet zij in een presentatie die in drie afzonderlijke webcolleges te bekijken zijn. De gehele presentatie volgt een logische opbouw naar het derde webcollege. Daar wordt de samenhang van de kerninstrumenten van de verschillende overheidslagen aangegeven en hoe die elkaar beïnvloeden.

      Bekijk hier de colleges

      Beter zicht op vergunningvrij bouwen

      Hoe krijgen gemeenten zicht op bouwwerken die zonder vergunning zijn gebouwd? Op 4 en 6 februari hebben in Apeldoorn vier teams in een mini-hackathon slimme oplossingen bedacht voor dit vraagstuk. Het winnende team kwam met een kansrijke technologische innovatie die het opsporen en beoordelen van vergunningvrije bouwwerken door gemeenten makkelijker en efficiënter kan maken.

      Lees hier meer

      Tijdlijn: Voortgang stelselherziening

      Hier vindt u informatie op hoofdlijnen over de voortgang van het nieuwe omgevingsstelsel. 

      Bekijk hier de tijdlijn

      Vrijwillige (onverplichte) programma's

      Een vrijwillig programma wil zeggen dat dit type programma uit eigen initiatief en behoefte inzetbaar is. De Omgevingswet noemt dit: ‘onverplicht programma'. Daarmee biedt dit instrument flexibiliteit in de vormgeving en uitwerking van beleidsdoelen. Van de 4 typen programma is dit de meest voorkomende.

      Lees hier meer

      Vooruitblik

      Implementatiedagen Omgevingswet

      De landelijke voorziening digitaal stelsel Omgevingswet (DSO-LV) is af genoeg voor gemeenten, waterschappen, provincies en leveranciers om er mee aan de slag te gaan. Voor iedereen die bezig is met de technische implementatie van het DSO-LV zijn er in 2020 de Implementatiedagen Omgevingswet, de opvolger van de drukbezochte DSO-dagen. Op deze dagen staat de technische implementatie centraal: aansluiten, vullen en oefenen.

      De data voor de Implementatiedagen Omgevingswet in 2020 zijn:

      Om een automatische uitnodiging te ontvangen schrijft u zich in voor de Nieuwsbrief Implementatie.

      Lees hier meer over de Implementatiedagen

      Omgevingsdiensten krijgen training: Train de Trainer​

      Het Train de Trainer programma – ontwikkeld door de Omgevingsdienst NL, VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), Aan de slag met de Omgevingswet en de ODNL Academie – leidt VTH-medewerkers en juristen van omgevingsdiensten op tot deskundige Omgevingswet-trainers die na afloop alle ins en outs van deze wet kennen en hun kennis ook weten over te brengen aan collega’s. Op woensdag 12 februari hebben 11 nieuw op te leiden trainers van 5 verschillende omgevingsdiensten deelgenomen aan de try-out. Lees hier het volledige bericht.

      Dit zijn de data voor de Train de trainer-sessies van het programma Aan de slag met de Omgevingswet.

       

      Vierde wetgevingsupdate op 23 maart: schrijf u nu in

      Op maandag 23 maart 2020 organiseren de VNG, de programmadirectie Eenvoudig Beter van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het programma Aan de Slag met de Omgevingswet de vierde wetgevingsupdate.
       
      Klik hier voor meer informatie en het inschrijfformulier

      Save the Schakeldag

      De voorbereidingen voor de Schakeldag zijn alweer in volle gang. Thema dit jaar is  ‘Omschakelen’. Mis het niet en reserveer de datum alvast in uw agenda: dinsdag 23 juni 2020 in 1931 Congrescentrum in de Brabanthallen van ’s-Hertogenbosch. Bent u geïnteresseerd? Klik op de link hieronder en vul het formulier in. U ontvangt dan een uitnodiging.

      Ik wil graag een uitnodiging ontvangen voor de Schakeldag op 23 juni 2020.

      Klik hier voor meer informatie over de Schakeldagen

      Interview met Rosemarie Bastianen en Bert Naarding

      Op gemeente.nu is onlangs een interview gepubliceerd met Rosemarie Bastianen (programmadirecteur Eenvoudig Beter) en Bert Naarding (manager bij DG Omgevingswet). Zij vertellen in dit artikel over participatie in de Omgevingswet.

      Lees hier het artikel

      Blog - Complexe operatie, eenvoudig resultaat

      De laatste tijd is de vermeende complexiteit van de Omgevingswet en het DSO regelmatig in het nieuws. Best merkwaardig, vindt Paul Pestman. Want vereenvoudiging is nou juist een belangrijk doel van de stelselherziening van het omgevingsrecht. Hoe zit het nu echt? Dat is eigenlijk niet zo ingewikkeld. Ja, er komt een heleboel kijken bij de totstandkoming van de Omgevingswet. Maar als de wet eenmaal inwerking is, wordt het veel makkelijker om aan de fysieke leefomgeving te werken. In een blog op Platform O zet Paul zes feiten over de Omgevingswet op een rij.

      Lees hier de blog

      Wat zijn de RIO’s?

      • A Rio’s zijn bewoners uit Rio de Janeiro
      • B Rio’s komen uit Brabant, omdat ze daar carnaval vieren
      • C Rio’s zijn over het hele land verspreid en werkzaam in 12 regio’s
      0 bezoekers hebben al gestemd

      Colofon


      Kwartslag is een uitgave van het programma Aan de Slag met de Omgevingswet en verschijnt 4 keer per jaar. Kwartslag informeert laagdrempelig over de actuele stand van zaken rondom de implementatie van de Omgevingswet. En alles wat daarbij komt kijken. Heeft u naar aanleiding van deze editie nog vragen, suggesties of opmerkingen, laat het ons dan weten. 

      Ontwerp en realisatie: Kris Kras context, content and design 


      Privacy: Door u te abonneren op deze uitgave geeft u automatisch toestemming voor het gebruik van uw gegevens door het programma Aan de Slag met de Omgevingswet. Uw gegevens worden niet anders gebruikt dan voor toezending van deze uitgave en incidenteel voor het sturen van andere relevante informatie met betrekking tot de Omgevingswet of het programma. Wij verkopen uw gegevens niet aan derden.

      Disclaimer: u kunt geen rechten ontlenen aan de inhoud van deze uitgave.

      Mocht u geen prijs stellen op ontvangst van Kwartslag, dan kunt u zich hier afmelden.

      Meer informatie vindt u op www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl 
      Volg ons op Twitter via: @AandeslagOw
      En op LinkedIn

      Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een initiatief van de VNG, het IPO, de UvW en het Rijk.

      Cookiebeleid


      Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina's van deze website wordt meegestuurd en door je browser op de harde schijf wordt opgeslagen. De daarin opgeslagen informatie kan bij een volgend bezoek weer naar onze servers teruggestuurd worden. 

      Cookies in- en uitschakelen 
      Meer informatie omtrent het in- en uitschakelen en het verwijderen van cookies kan je vinden in de instructies en/of met behulp van de Help-functie van jouw browser. 

      Google Analytics 
      Via onze website worden cookies geplaatst van het Amerikaanse bedrijf Google, als deel van de "Analytics"-dienst. Wij gebruiken deze dienst om bij te houden en rapportages te krijgen over hoe bezoekers de website gebruiken. Google kan deze informatie aan derden verschaffen indien Google hiertoe wettelijk wordt verplicht, of voor zover derden de informatie namens derden verwerken. Wij hebben hier geen invloed op. Wij hebben Google niet toegestaan om de informatie te gebruiken voor andere Googlediensten. 

      De informatie die Google verzamelt wordt zoveel mogelijk geanonimiseerd. Uw IP-adres wordt nadrukkelijk niet meegegeven. De informatie wordt overgebracht naar, en door Google opgeslagen op servers in de Verenigde Staten. Google stelt zich te houden aan de Safe Harbor principles en is aangesloten bij het Safe Harbor-programma van het Amerikaanse Ministerie van Handel.